Een onbeschoft voyeurisme of een vereering van het prachtige schouwspel der liefde? – ‘To Come (Extended)’ van
Een dansvoorstelling die het orgasme uitbeeldt, vertraagt en dan terug versnelt. “Wel euhm oké, dat is eens wat anders,” was zowat het eerste dat door mijn hoofd schoot toen ik de aankondiging las. Ik had mezelf er al snel van overtuigd hier niet naar toe te gaan. Ik heb geen behoefte aan het zien van een orgasme op een podium dacht ik bij mezelf. Bon, oké, mijn nieuwsgierigheid wist weer maar eens te winnen en ik ging dus toch. Met de vooringenomenheid van: “dit wordt gewoon mega akward en na deze voorstelling kan ik seks nooit meer op dezelfde manier beleven of dit wordt gewoon lachwekkend vreemd of… .”
“…ik ga dit eigenlijk best wel oké vinden, en vind het misschien wel mooi…,“
Had ik me nooit in mijn gedachten gehaald. Steevast was ik ervan overtuigd dat er niets van aan ging zijn. Ik had het mis.
Mette vertaalt in To Come de commercialisering van de intimiteit en onderzoekt de politiek van het orgasme. Hoe staan lichamen met elkaar in verbinding, gedreven door lust en/of sociale conventies? Een filosofie die ik eigenlijk nog wel wist te volgen. Seks en naakt is vandaag de dag namelijk overal. We schrikken niet meer op van een stukje tepel of een ontblote bil op tv. Het is zodanig dagelijks kost geworden dat we niet meer met onze mond openvallen of schaamtelijk onze ogen afdekken bij de zoveelste erotische scène. Maar wat met intimiteit? Waar ligt de grens? Hoever kunnen we gaan, voor het de kijker toch een klein beetje ongemakkelijk wordt? Hoort intimiteit in de publieke ruimte?
Ik voelde me al snel een beetje gluurder…
Wanneer vijftien dansers op het podium in blauw gehulde morfsuits allerhande seksstandjes met elkaar uitvoeren, voel ik me al snel een wat onbeschofte voyeur. Wanneer de seksstandjes iets intiemer overgaan in het expliciet uitbeelden van beffen of anaal gaan, wordt het nog dat tikkeltje extra oncomfortabel. Toch wint de esthetische schoonheid van de bewegende blauwe pakken tegenover de witte achtergrond het al snel van de ongemakkelijkheid en ga ik het eigenlijk nog wel appreciëren. Misschien komt het door de morfsuits, geen stukje vlees werd getoond en de geslachtsgemeenschap wordt verbeeld, maar er wordt nooit letterlijk overgegaan tot de daad. Ergens voel ik me dan wel een voyeur, iemand die minutieus de intimiteit van vijftien anderen voor het plezier aan het bekijken is, maar bovenal ook aan het bewonderen is. Want voor mij hield de esthetiek de bovenhand. Hoe mooi is het niet wanneer twee lichamen in elkaar verstrengelen en samen één worden. Wanneer de blauwe eenzaten versmelten tot één beminde zee van blauwe massa. Een dergelijke schoonheid die ieder gevoel van schaamte wist te onderdrukken en ons liet genieten van een prachtig schouwspel der liefde en ons een beeld bracht van hoe krachtig en mooi het beminnen kan zijn.
En toen werd het pas echt ongemakkelijk of toch weer niet…
Plots gaan de morfsuits uit. Ja, het ondenkbare gebeurde. “Als ze hier nu maar niet publiekelijk de liefde gaan bedrijven,” flitst er door mijn hoofd. Geen idee of ik hier op ben voorbereid. Gelukkig gebeurt het niet. Verder dan wat hijgen en krijsen gaat het niet, is dat vreemd dat dit me weinig deed? Ik bedoel op tv zien we vaak niet anders toch? Een klein beetje ongemakkelijk werd ik ervan ja, maar dan was dat eerder omdat ik de naakte lichamen van de dansers ongewild, maar automatisch zat te bespieden. Opnieuw voel ik mij die gluurder, die ik eigenlijk totaal niet wil zijn. Vijftien naakte lichamen gaan aan het dansen, ze brengen ons de swing op sixties muziek. Een dans die normaal in kleurige polkadot jurkjes en keurige maatpakken wordt gebracht, wordt nu in een adamspak opgevoerd. En toch ben ik opnieuw niet geshockeerd, ik ga het zelf mooi vinden. De swing is een aanstekelijke en bovenal prachtige dans, en het feit dat deze werd opgedragen door vijftien naakte mensen doet me eigenlijk nog weinig. Ik raakte eraan gewend en ik keek voorbij de ontblote lichamen.
Zouden we ons dan toch niet een beetje ongemakkelijk moeten voelen?
Waarom voelde ik mij nooit volledig oncomfortabel of beschaamd? Mette wist haar punt te bewijzen en wijst de commercialisering met de vinger. We zijn er zodanig aan gewend, blote vrouwen en mannen, we schrikken er niet meer van op wanneer we een zoveelste erotische scène te zien krijgen op tv of wanneer porno ons voor het grijpen wordt gelegd.
Is dat erg?
Nee, ergens stoort mij dat helemaal niet en ben ik zelf opgelucht dat het taboe hierop niet meer zo aanwezig is. Echter wanneer het pijnlijk wordt, is wanneer die gecommercialiseerde ideaal beelden de werkelijkheid gaan bepalen. Wanneer van intimiteit verwacht wordt zoals in de films te zijn. Dan gaat het hopeloos fout en loopt de mens vast in een onmogelijk na te streven ideaal beeld.
Dus misschien moeten we toch pleiten voor iets minder commercialisering, en intimiteit iets meer terugtrekken in de private sfeer. Waar twee lichamen elkaar zonder vooringenomenheid of onrealistisch ideaal beeld kunnen ontdekken. Zonder druk en sprookjes, verwachtingen die door onze teerbeminde media worden opgelegd. Of ben ik nu preuts?
~ door Elice Spillebeen
‘Crowd’ valt de zinnen aan
De tiende editie van het NEXT-festival werd in de Kortrijkse schouwburg afgesloten met een alternatief spektakel georkestreerd door de Frans-Oostenrijkse Giselle Vienne. Vienne valt niet in één hokje weg te moffelen, maar kan je best nog beschrijven als een onderzoekster van de menselijke natuur. Voor haar jongste stuk neemt ze de uitgaanscultuur onder de loep: de opgezweepte groepsgeest, de individuele extase en de sidderende conflicten.
Dat doet ze met een aanval op meerdere zinnen. Eerst en vooral de in het theater zo weinig benutte reukzin, want bij het betreden van de zaal start de geur van de over de bühne uitgespreide potgrond de perfomance al. Nadien de oren met een pulserende trance-soundtrack, die gaandeweg tussen pompende clubset en introspectievere soundscape zal pendelen.
En dan begint ze een spel met je ogen te spelen. De hele perfomance is een herkenbaar, zelfs lichtjes triviaal gebeuren: een groep betreedt het speelveld, begint uit de bol te gaan en wordt dronken / jaloers / gewelddadig / … Niets speciaals, ware het niet dat deze volledige actie in slow-motion opgevoerd wordt. Niet alleen een helse tour de force voor de dansers, maar ook een bevreemdend spectakel voor de toeschouwer. Door de diverse zintuiglijke ervaringen kruipt Vienne met haar “Crowd” dus uiteindelijk onder je huid tot in je geest met haar sterkste werk in jaren, dat niet alleen door de kwantiteit van dansers en impulsen maar ook de kwaliteit van uitvoering nog lang bleef nazinderen.
~ Tom De Moor