De Biechtstoel over Requiem Pour L.

Eerder deze maand stond ‘Requiem Pour L.‘ in de Schouwburg. Een voorstelling waarin Alain Platel en Fabrizio Cassol hun samenwerking vervolgen die in 2006 begon met ‘Vsprs’ gevolgd door ‘Pitié!’ (2008) en ‘Coup Fatal’ (2014). Ze vinden elkaar in de manier waarop ze met het Europese repertoire als inspiratiebron een nieuw universum creëren. De nieuwe voorstelling vertrekt van het ‘Requiem’ van Mozart. Cassol stelt een groep samen met Afrikaanse, westerse en oosterse muzikanten. Een mix van vertrouwde spelers uit eerdere producties (‘Coup Fatal’, …) en nieuwe gezichten. Met zang en instrumenten reconstrueren ze het ‘Requiem’ en vermengen er eigen jazz- en opera-invloeden onder.

De Biechtstoel (een installatie van De Zendelingen) ging een persoonlijk nagesprek aan met de toeschouwers in De Schouwburg en daar kwam onderstaande video als resultaat uit:

Requiem Pour l.: Openbreken van een taboe

In maart schotelt Schouwburg Kortrijk de vierde samenwerking tussen regisseur Alain Platel en componist Fabrizio Cassol voor (zie ook: “Vsprs”, “Pitié!” en “Coup Fatal”). “Requiem Pour l.” ging enkele weken geleden in première in de Berliner Festspiele, waar de voorstelling met een op zijn minst gezegd geladen sfeer begon. In de theatergangen werd immers weinig meer gefluisterd dan dat deze performance de toeschouwer met de dood zou confronteren en dus wapende het publiek zich voor een slag in het gezicht.

requiem

Op het podium zien we donkere stenen blokken met dezelfde oppervlakte maar verschillende hoogtes die een sterke gelijkenis vertonen met het monument ter nagedachtenis van de Holocaust slechts enkele honderden meter verderop en dus zeker in de Duitse hoofdstad een directe link met grimmig rouwen oproepen. Daarboven hangt een scherm waarop we de hele voorstelling lang een vrouw op haar sterfbed kunnen volgen. Terwijl haar naaste omgeving afscheid neemt, volgt de toeschouwer haar laatste ogenblikken in close-up. Hoe sereen dit tafereel ook is, getuige zijn van zo’n intieme gebeurtenis voelt als een ongemakkelijke inbreuk, zelfs op scherm.

Voor onze westerse blik alleszins. En daar begint het spanningsveld waarop deze voorstelling eigenlijk zal plaatsvinden, want na het sombere openingstafereel slopen Platel en Cassol een belangrijke muur: die tussen de culturen. Tegen alle verwachtingen in stappen artiesten van verschillende origines de bühne op en starten ze de echte performance: een herinterpretatie van Mozarts Requiem over de genregrenzen heen.

SetSize21281416-requiem-pour-L-chris-van-der-burght-26

Mozart schreef dit werk op het einde van zijn leven en liet het onafgewerkt achter. Later zou het door andere componisten vervolledigd worden tot de gecanoniseerde versie, maar Cassol keerde terug naar de schets die oorspronkelijk achterbleef en vulde deze op onverwachte wijze in: met jazz, met gospel, met Afrikaanse volksmuziek. Deze nieuwe gedaante tovert de zware contemplatie op de dood om tot een melancholische viering van het leven. Wat volgt, is een verrassende cocktail van emotionele belevingen van een menselijk fenomeen dat wij (onterecht?) als een kil taboe blijven beschouwen.

In Schouwburg Kortrijk op 3 maart 2018: meer info.

 

Driemaal raak voor Jan Martens

Al een reeks performances lang weet Jan Martens de bijzondere gewone mens treffend op een podium te vatten. Vorig jaar deed hij dat in Kortrijk nog met “The Common People”, zijn performance waarin hij vrijwilligers begeleidde tot een ontmoeting op het podium. Voor “Rule Of Three” keert hij terug naar dans, hoewel de voorstelling zo veel meer dan dat is. Drie ingrediënten die dit stuk meer dan de moeite waard maken om te ontdekken:

  •  One Musician
  • Two Atmospheres
  • Three dancers

download.jpg a1ib000000RAtpsAAD-500x300.jpg

ONE MUSICIAN

Martens deed voor “Rule Of Three” een beroep op de Amerikaanse componist NAH, die het leeuwendeel van de voorstelling live op drum begeleid. Samen met de elektronische soundtrack zorgt dit voor een unieke extra dimensie die de levendigheid van de performance tot diep vanbinnen voelbaar maakt. De kolkende muziek zorgt ook voor een intrigerend contrast met het kader van de schouwburg.

TWO ATMOSPHERES

De choreografie speelt zich af in twee luiken. Het eerste luik bestaat uit drie rondes waarvan elke steeds een reductie van de vorige is. Net wanneer je vat op de voorstelling lijkt te krijgen, vat deze echter een intiem tweede luik aan. De aard daarvan blijft best een verrassing, maar speelt een slim spel met het verwachtingspatroon van het publiek.

THREE DANCERS

En niet zomaar de minste. Het trio dat hier het podium het hunne maakt beheerst niet alleen de danskunst, maar beschikt ook over een imposant uithoudingsvermogen en tegelijkertijd de capaciteit om gevoel over te brengen.

Martens combineert elementen uit zijn vroegere werk tot  een unieke nieuwe cocktail. Hij herintroduceert de dansante choreografie van zijn vroegste werk, knipoogt naar de spartaanse sportbewegingen van “The Dog days Are Over”, maar vergeet niet de intieme emotie die “Sweat Baby Sweat” en “The Common People” zo rakend maakten. Deze pure menselijkheid begint meer en meer zijn signatuur te worden en maakt van deze voorstelling opnieuw meer dan gewoon dans of performance, maar een echte ervaring.

 “Rule Of Three” speelt op vrijdag 12 januari 2018 in Schouwburg Kortrijk.

Next Festival: ‘To Come’ (Extended) & ‘Crowd’

Een onbeschoft voyeurisme of een vereering van het prachtige schouwspel der liefde? – ‘To Come (Extended)’ van

Een dansvoorstelling die het orgasme uitbeeldt, vertraagt en dan terug versnelt. “Wel euhm oké, dat is eens wat anders,” was zowat het eerste dat door mijn hoofd schoot toen ik de aankondiging las. Ik had mezelf er al snel van overtuigd hier niet naar toe te gaan. Ik heb geen behoefte aan het zien van een orgasme op een podium dacht ik bij mezelf. Bon, oké, mijn nieuwsgierigheid wist weer maar eens te winnen en ik ging dus toch. Met de vooringenomenheid van: “dit wordt gewoon mega akward en na deze voorstelling kan ik seks nooit meer op dezelfde manier beleven of dit wordt gewoon lachwekkend vreemd of… .”

…ik ga dit eigenlijk best wel oké vinden, en vind het misschien wel mooi…,

Had ik me nooit in mijn gedachten gehaald. Steevast was ik ervan overtuigd dat er niets van aan ging zijn. Ik had het mis.

Mette vertaalt in To Come de commercialisering van de intimiteit en onderzoekt de politiek van het orgasme. Hoe staan lichamen met elkaar in verbinding, gedreven door lust en/of sociale conventies? Een filosofie die ik eigenlijk nog wel wist te volgen. Seks en naakt is vandaag de dag namelijk overal. We schrikken niet meer op van een stukje tepel of een ontblote bil op tv. Het is zodanig dagelijks kost geworden dat we niet meer met onze mond openvallen of schaamtelijk onze ogen afdekken bij de zoveelste erotische scène. Maar wat met intimiteit? Waar ligt de grens? Hoever kunnen we gaan, voor het de kijker toch een klein beetje ongemakkelijk wordt? Hoort intimiteit in de publieke ruimte?

Mette-Ingvartsen-“to-come-extended”-Photo-Jens-Sethzman

Ik voelde me al snel een beetje gluurder…

Wanneer vijftien dansers op het podium in blauw gehulde morfsuits allerhande seksstandjes met elkaar uitvoeren, voel ik me al snel een wat onbeschofte voyeur. Wanneer de seksstandjes iets intiemer overgaan in het expliciet uitbeelden van beffen of anaal gaan, wordt het nog dat tikkeltje extra oncomfortabel. Toch wint de esthetische schoonheid van de bewegende blauwe pakken tegenover de witte achtergrond het al snel van de ongemakkelijkheid en ga ik het eigenlijk nog wel appreciëren. Misschien komt het door de morfsuits, geen stukje vlees werd getoond en de geslachtsgemeenschap wordt verbeeld, maar er wordt nooit letterlijk overgegaan tot de daad. Ergens voel ik me dan wel een voyeur, iemand die minutieus de intimiteit van vijftien anderen voor het plezier aan het bekijken is, maar bovenal ook aan het bewonderen is. Want voor mij hield de esthetiek de bovenhand. Hoe mooi is het niet wanneer twee lichamen in elkaar verstrengelen en samen één worden. Wanneer de blauwe eenzaten versmelten tot één beminde zee van blauwe massa. Een dergelijke schoonheid die ieder gevoel van schaamte wist te onderdrukken en ons liet genieten van een prachtig schouwspel der liefde en ons een beeld bracht van hoe krachtig en mooi het beminnen kan zijn.

En toen werd het pas echt ongemakkelijk of toch weer niet…

Plots gaan de morfsuits uit. Ja, het ondenkbare gebeurde. “Als ze hier nu maar niet publiekelijk de liefde gaan bedrijven,” flitst er door mijn hoofd. Geen idee of ik hier op ben voorbereid. Gelukkig gebeurt het niet. Verder dan wat hijgen en krijsen gaat het niet, is dat vreemd dat dit me weinig deed? Ik bedoel op tv zien we vaak niet anders toch? Een klein beetje ongemakkelijk werd ik ervan ja, maar dan was dat eerder omdat ik de naakte lichamen van de dansers ongewild, maar automatisch zat te bespieden. Opnieuw voel ik mij die gluurder, die ik eigenlijk totaal niet wil zijn. Vijftien naakte lichamen gaan aan het dansen, ze brengen ons de swing op sixties muziek. Een dans die normaal in kleurige polkadot jurkjes en keurige maatpakken wordt gebracht, wordt nu in een adamspak opgevoerd. En toch ben ik opnieuw niet geshockeerd, ik ga het zelf mooi vinden. De swing is een aanstekelijke en bovenal prachtige dans, en het feit dat deze werd opgedragen door vijftien naakte mensen doet me eigenlijk nog weinig. Ik raakte eraan gewend en ik keek voorbij de ontblote lichamen.

Zouden we ons dan toch niet een beetje ongemakkelijk moeten voelen?

Waarom voelde ik mij nooit volledig oncomfortabel of beschaamd? Mette wist haar punt te bewijzen en wijst de commercialisering met de vinger. We zijn er zodanig aan gewend, blote vrouwen en mannen, we schrikken er niet meer van op wanneer we een zoveelste erotische scène te zien krijgen op tv of wanneer porno ons voor het grijpen wordt gelegd.

Is dat erg?

Nee, ergens stoort mij dat helemaal niet en ben ik zelf opgelucht dat het taboe hierop niet meer zo aanwezig is. Echter wanneer het pijnlijk wordt, is wanneer die gecommercialiseerde ideaal beelden de werkelijkheid gaan bepalen. Wanneer van intimiteit verwacht wordt zoals in de films te zijn. Dan gaat het hopeloos fout en loopt de mens vast in een onmogelijk na te streven ideaal beeld.

Dus misschien moeten we toch pleiten voor iets minder commercialisering, en intimiteit iets meer terugtrekken in de private sfeer. Waar twee lichamen elkaar zonder vooringenomenheid of onrealistisch ideaal beeld kunnen ontdekken. Zonder druk en sprookjes, verwachtingen die door onze teerbeminde media worden opgelegd. Of ben ik nu preuts?

~ door Elice Spillebeen

‘Crowd’ valt de zinnen aan

70801050ret

De tiende editie van het NEXT-festival werd in de Kortrijkse schouwburg afgesloten met een alternatief spektakel georkestreerd door de Frans-Oostenrijkse Giselle Vienne. Vienne valt niet in één hokje weg te moffelen, maar kan je best nog beschrijven als een onderzoekster van de menselijke natuur. Voor haar jongste stuk neemt ze de uitgaanscultuur onder de loep: de opgezweepte groepsgeest, de individuele extase en de sidderende conflicten.

Dat doet ze met een aanval op meerdere zinnen. Eerst en vooral de in het theater zo weinig benutte reukzin, want bij het betreden van de zaal start de geur van de over de bühne uitgespreide potgrond de perfomance al. Nadien de oren met een pulserende trance-soundtrack, die gaandeweg tussen pompende clubset en introspectievere soundscape zal pendelen.

En dan begint ze een spel met je ogen te spelen. De hele perfomance is een herkenbaar, zelfs lichtjes triviaal gebeuren: een groep betreedt het speelveld, begint uit de bol te gaan en wordt dronken / jaloers / gewelddadig / … Niets speciaals, ware het niet dat deze volledige actie in slow-motion opgevoerd wordt. Niet alleen een helse tour de force voor de dansers, maar ook een bevreemdend spectakel voor de toeschouwer. Door de diverse zintuiglijke ervaringen kruipt Vienne met haar “Crowd” dus uiteindelijk onder je huid tot in je geest met haar sterkste werk in jaren, dat niet alleen door de kwantiteit van dansers en impulsen maar ook de kwaliteit van uitvoering nog lang bleef nazinderen.

~ Tom De Moor

Simpelweg being

Terwijl Seyed Alireza Mirmohammadi de achterwand van het minimalistische witte decor in een abstracte lichaamstaal beroert, beantwoordt Masoumeh Jalalieh enkele onzichtbare gesprekspartners met forser wordend ja-geknik. Deze universele code overstijgt culturen of contexten en is – hoewel minder aandachtstrekkend dan de choreografie van haar danspartner – de essentie van de being die Bára Sigfúsdóttir in haar gelijknamige productie wil vatten.

Lees verder Simpelweg being

Een lichtflits in de duisternis

Zelfs in de meest duistere periodes, kan je licht ontdekken. Dat bewijzen Claire Croizé en Etienne Guilloteau in ‘Mer’. Het abstracte fenomeen van de dood, met alle bijkomende kwalen en taboes, krijgt een kunstzinnig jasje met filosofische vulling. Hoe sterven wordt gevreesd en toch niet meer dan vanzelfsprekend is. Een voorstelling anders dan alle andere.

Lees verder Een lichtflits in de duisternis

ORGANISM: Een intrigerend samenspel

Man. Keyboard. Vrouw. Stoel.
Een meer bescheiden setting is haast niet in te beelden. Noch lichtspektakel noch decor. Tchi-Ann Liu begrijpt hoe je een mens intrigeert.

Op haar eentje weet deze danseres slash zangeres slash violiste de zaal te vullen. Zij houdt alle ogen zonder verpinken op haar. In ‘Organism’ vertelt zij ons het (dans)pad dat zij heeft bewandeld: het stroeve begin, de hobbelende weg, het interessante eind.
Lees verder ORGANISM: Een intrigerend samenspel

Organism & Tide: duetten tussen dans en muziek

Op 22 september steekt het dansseizoen van wal met een double bill waarin choreografie en live muziek tot een ware symbiose komen. Twee jonge talenten brengen een solo die in nauwe samenwerking met een muzikant werd gecreëerd én wordt opgevoerd.

Tchi-Ann Liu creëerde “Organism” met Thomas Jillings, met wie ze aan het conservatorium van Antwerpen studeerde. Jillings had aanvankelijk de jazzsaxofoon als trouwste vriend, maar ging gaandeweg meer en meer met elektronica experimenteren. Hij fabriceerde speciaal  voor deze voorstelling het zogenaamde Tchi-orgel: een piano die in plaats van noten stemsamples van Tchi-Ann produceert. Liu beschrijft het effect als volgt: “De stemklank die uit het Tchi-orgel voortkomt klinkt warm en herkenbaar, maar tegelijk hoor je het bevreemdende effect van een stem zonder lichaam.” Deze klanken leggen de basis voor een compositie die zich gaandeweg met zelfgeproduceerde beats en omgevingssamples tot een ware soundscape ontpopt, op de tonen waarvan ook het choreografische organisme steeds groter leven ingeblazen krijgt.

De IJslandse Bára Sigfúsdóttir ontwikkelde samen met de Noorse componist en trompettist Eivind Lønning het kader van “Tide”, waarbinnen beiden elke avond opnieuw aan het improviseren gaan. De muziek en de choreografie staan dus in een constante dialoog die de artiesten telkens tot verrassende nieuwe resultaten leidt. Zo brengen zij een ander uniek organisme tot leven op het podium. Verwacht ook tijdens “Tide” geen doordeweeks blaaswerk; door zijn alternatieve techniek en gevoelsgedreven improvisatie perst Lønning een melodie uit zijn trompet die heel anders klinkt dan wat het instrument laat verwachten; in de woorden van Bára zelf een “magisch” geluid.

In beide voorstellingen zal de maakster het podium delen met de muzikant en de klassieke scheiding tussen beide rollen opheffen. “Ons doel is om muziek en dans door elkaar te weven tot één ervaring zodat we niet meer over elk afzonderlijk denken. De muzikant is niet enkel de begeleider, maar heeft naast de danseres een gelijkwaardige fysieke aanwezigheid op het podium”, aldus Bára. Voor Liu worden de twee zelfs één op het podium: “het orgel produceert mijn stemklank en ik belichaam het orgel”. Vrees echter geen hermetische creaties, want beide choreografes geven duidelijk te verstaan dat hun werk pas in relatie tot de ruimte en het publiek een definitieve vorm krijgt. Ze nodigen de toeschouwer dan ook aan een open eigen verhaal aan hun organismen te geven.

Geschreven door Tom De Moor

SCHITTEREND ALS EEN STER IN DE NACHT

Met hoge verwachtingen en veel zin trokken we zaterdag 4 februari richting Schouwburg Kortrijk om het dansstuk Ad Noctum van Christian Rizzo te bezichtigen. Rizzo is een artistieke duizendpoot die sinds de jaren 90 actief is als choreograaf. In Ad Noctum verbindt hij de essentie van het dansen met de kracht van muziek en een spektakel van licht.

Lees verder SCHITTEREND ALS EEN STER IN DE NACHT

Die Verklärte Nacht: dans in zijn puurste vorm

Woensdag 19 oktober was ‘Verklärte Nacht’ van Anne Teresa Dekeersmaeker te bezichten in de Schouwburg te Kortrijk. Een voorstelling die echte dansliefhebbers gelukkig maakt, daar het stuk echt om de dans, het verhaal ging en niet om spektakel. Geïnspireerd op op Schönbergs laatromantische compositie van het gelijknamige gedicht van Richard Dehmel, voeren de dansers je mee naar hun wereld.

  Lees verder Die Verklärte Nacht: dans in zijn puurste vorm